Kadering Standaard Takenlijst (STL) in de BouwData© werkmethodiek
Bouwdata
Kadering Standaard Takenlijst (STL) in de BouwData© werkmethodiek
In augustus ’22 werd op BIMPORTAL de Standaard Takenlijst (STL) gepubliceerd. Deze kwam tot stand in een samenwerking tussen Buildwise, de G30, ORI en VBA-ADEB. Inspiratiebron was de DNR in Nederland die inzake opdeling van de volledige levensloop van een gebouw zijn wortels vindt in tabel 1 van de NEN 2699 “Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken – Begripsomschrijvingen en indeling”. Een norm waar ik al mee dweep sinds hij uitkwam … met uitzondering van die ene tabel!
Ik leg hier onder uit waarom maar ook hoe we alles, op vlak van kostenbeheersing, “aan elkaar kunnen breien”.
Tabel 1 van de NEN2699 – “Niveau van de uitklaptabel gekoppeld aan de fasen van het bouwproces” nestelt zichzelf nog steeds in het design-bid-build bouwparadigma door een stadium 7 Prijs/contractvorming met een bijhorende inschrijfbegroting in het leven te roepen. Hierbij wordt de ontwerpgroep, via doorgaans een aanbesteding zuiver op prijs, in stelling gebracht tegenover de uitvoeringsploeg. Een bedrijfscultuur dat al lang zijn failliet bewezen heeft. Een bedrijfscultuur ook waar men aan de overkant van het kanaal, al sedert 2013 een oplossing voor gevonden heeft nl. RIBA plan of work.
Wat is nu het grote verschil tussen de Britten en de Nederlanders?
RIBA plan of work behandelt het inschakelen van de aannemer(s) in het proces op dezelfde manier als al het andere wat ingekocht moet worden om het gebouw te realiseren en trekt derhalve geen “Berlijnse muur” op. Procurement, en dus ook het contracteren van een aannemer, is een taak dat over alle Stages heen doorloopt.
In 2008 kreeg PB calc & consult van het IWT (nu VLAIO) subsidies om prenormatief onderzoek te doen en een rekeningstelsel voor de bouwsector, BouwData© genaamd, te ontwikkelen. Dit werk is sedert dien “on going” en wordt bovendien systematisch in de praktijk uitgetest.
Het is nu zaak om de STL en deze research “aan elkaar te breien”.
0.0.0.0.000 START
Bij RIBA plan of work is dit Stage 0 Strategic Definition en wordt als volgt geformuleerd: “Stage 0 is not about design or the practical details. It focuses on making the right strategic decisions and capturing them in a Business Case.”
In de NEN2699 is dit stadium 1 Initiatief/haalbaarheid en spreken we van een initiatiefbegroting op niveau 1 (rubrieken) of niveau 2 (clusters).
De STL kent in deze stap maar 1 taak nl. de lijst project specifiek maken.
Binnen de BouwData© werkmethodiek betekent dit keuzes maken inzake:
- Common Data Environment
- Hoe men de uitvoerders in het hele proces wenst te betrekken?
1.0.0.0.000 HAALBAARHEIDSSTUDIE
Bij RIBA plan of work is dit Stage 1 Preparation & Briefing en wordt als volgt geformuleerd: “Stage 1 is about developing the detail of the brief and making sure that everything needed for the design process is in place before Stage 2. This includes ensuring that the brief can be accommodated on the site.”
M.a.w. het einddoel van deze stap, is dat besloten wordt wat er gebouwd of gerenoveerd moet worden op welk terrein binnen welk budget en welke termijn.
In de NEN2699 is dit stadium 2 projectdefinitie met een haalbaarheids-/budgetbegroting op niveau 2 (clusters) of niveau 3 (elementclusters).
In de STL gaat taak X.0.1.3.001 telkens over de prijs.
In de verdere detaillering onder deze stap, komt zowel de bouwheer, ontwerper als uitvoerder als bod. Alleen is men niet precies genoeg, spreekt men over budgetten en ramingen en zegt men niet volgens welke norm de oppervlaktes opgemeten moeten worden.
Ervaring binnen de BouwData© werkmethodiek leert dat niveau 2 van de NEN2699 “nice to know” is maar niet fijn genoeg om objectief massastudie A van massastudie B te onderscheiden. Ook het Agentschap Facilitair Bedrijf heeft dit beseft. Daarom dat ze in het voorjaar 2022 samen met BouwData en Bimplan de whitepaper “Eénduidig framework voor nacalculatie en 5D BIM” schreven. Hierbij wordt, bij de projectdefinition & briefing, aan de betrokken partijen een raming op basis van elementclusters gevraagd net om inzicht te krijgen tussen de verschillende architectuurvoorstellen. Sedert begin 2023 volgt ook GO! dit inzicht.
Wij, BouwData People, spreken in deze stap dus uitsluitend over een raming – wie deze ook opmaakt – en meten de oppervlaktes op volgens de NBN EN 15221-6 aangevuld met bijkomende definities om de zaken ook in de praktijk te laten werken.
2.0.0.0.000 SCHETSONTWERP
Bij RIBA plan of work is dit Stage 2 Concept Design en wordt als volgt geformuleerd: “Stage 2 is about getting the design concept right and making sure that the look and feel of the building is proceeding in line with the client’s vison, brief and budget. The key challenge of this stage is to make sure that the tasks that are undertaken are geared to meeting the stage objectives. Going into too much detail too early can pivot the design team’s effort away from setting the best strategy for the project; but if there is too little detail, Stage 3 becomes inefficient.”
M.a.w. in deze stap legt men het stramien voor de draagstructuur vast alsook de inplanting van de grote circulatiekernen én technische kokers!
In de NEN2699 is dit stadium 3 structuurontwerp met een structuurbegroting (SO) op niveau 3 (elementclusters) of niveau 4 (elementen).
Het woord “schetsontwerp” in de STL is eigenlijk te vrijblijvend en omvat te weinig de doelstelling van deze stap. “Structuurontwerp” dekt de lading beter.
In de STL maakt de aannemer in deze stap een eerste aanzet tot raming van de “bouwkosten op het niveau van belangrijkste elementen en op basis van kostenkengetallen per element en/of m2”. Vervolgens wordt dit gecontroleerd door de architect en studiebureaus. Alleen, ook hier weer geen verwijzing naar een norm of classificatie waardoor het moeilijk wordt om inschatting van hoofdaannemer A af te wegen tegen de inschatting van hoofdaannemer B.
De BouwData© werkmethodiek neemt steeds de benaming van RIBA plan of work over, nl. Concept Design en spreekt van een budget dat gemaakt wordt op basis van elementen.
Belangrijk om op te merken is dat op niveau 4 van de NEN2699 de hoofdstructuur van tabel 1 van de SfB ingeschreven is, doch dit is de oude SfB. M.a.w. er zou best een aanpassing van de norm komen zodat hij aansluit hun nieuwe versie van de Nl-SfB uit 2019.
In België woedt de discussie over codering en omschrijving van de elementen volop. Tijdens Cluster BIM zijn vier mogelijkheden naar voren geschoven:
- tabel 1 SfB
- tabel EF elements/fonctions van Uniclass
- tabellen Functional Systems/Technical Systems/Components van Cuneco Classification System
- tabel 21 Elements van Omniclass.
Men lijkt het ondertussen eens te zijn dat men voor tabel 1 SfB gaat, doch nog niet over welke editie.
BouwData People kiezen voor een mengvorm van de BB-SfB plus uit 2008 m.b.t. renovatie en de NL-SfB m.b.t. de technische installaties aangevuld met een aantal verdere uitsplitsingen om aansluiting te maken bij de praktijk – zie niveau 4 van de Object Code.
3.0.0.0.000 VOORONTWERP
De STL lijkt hier als eindstadium het bekomen van een omgevingsvergunning voor ogen te hebben.
In de NEN2699 is dit stadium 4 voorlopig ontwerp met een voorlopigontwerpbegroting (VO) op niveau 4 (elementen) of niveau 5 (die de norm zelf vrij laat)
Bij RIBA plan of work is dit Stage 3 Spatial Coordination en wordt als volgt geformuleerd: “The purpose of Stage 3 is to spatially coordinate the design before the focus turns to preparing the detailed information required for manufacturing and constructing the building. The information at the end of this stage needs to be coordinated sufficiently to avoid all but the most minor of iterations at Stage 4 and to make sure that the planning application is based on the best possible information.”
De BouwData© werkmethodiek neemt steeds de benaming van RIBA plan of work over, nl. Spatial Coordination en spreekt van een begroting dat gemaakt wordt op basis van componenten – zie niveau 5 van de Object Code.
Dit is, net als niveau 4 elementen, een mengvorm van de BB-SfB plus uit 2008 m.b.t. renovatie en de NL-SfB m.b.t. de technische installaties aangevuld met een aantal verdere uitsplitsingen om aansluiting te maken bij de praktijk.
Het verschil met niveau 4 is dat daar de discussie ging over de hoofdstructuur van tabel 1 van de SfB terwijl hier de onderbouwing van elk hoofdstuk behandeld wordt.
4.0.0.0.000 DEFINITIEF ONTWERP
De STL lijkt hier als eindstadium de keuze van de aannemer o.b.v. een klassiek, volledig uitgewerkt aanbestedingsdossier voor ogen te hebben.
Er wordt gewerkt naar een definitieve forfaitaire prijs met nadruk op het zoeken naar optimalisaties. Doch opnieuw zonder enige verwijzing naar normen of classificaties.
In de NEN2699 valt dit uiteen in drie stappen:
- stadium 5 definitief ontwerp met een definitiefontwerpbegroting (DO) op niveau 4 (elementen) of niveau 5 (die de norm zelf vrij laat)
- stadium 6 technisch ontwerp/bestek met een directiebegroting op niveau 5 (die de norm zelf vrij laat)of niveau 6 (waarbij de norm suggereert om over te schakelen naar de STABU besteksystematiek)
- stadium 7 prijs/contractvorming met een inschrijfbegroting. Deze kan van niveau 3 elementclusters tot niveau 6 (STABU) gaan
Bij RIBA plan of work is dit Stage 4 Technical Design en wordt als volgt geformuleerd: “Stage 4 is about developing the information required to manufacture and construct the building. This requires information from the design team and the specialist subcontractors employed by the contractor, regardless of which procurement route is used.”
Zoals hiervoor al meermaals aangegeven, volgt de BouwData© werkmethodiek RIBA plan of work: procurement is een “task” is die doorheen de volledige levensloop van een gebouw van kracht door loopt.
De uitvoerder kan aan boord stappen…
- …in stage 1 preparation & briefing waarin de raming o.b.v. elementclusters…
- …in stage 2 concept design waarin het budget o.b.v. elementen…
- …in stage 3 spatial coordination waarin de begroting o.b.v. componenten…
- …in stage 4 technical design waarin de calculatie o.b.v. een MAMO calculatie…
…in een contract vastgelegd wordt.
Héél belangrijk om aan te stippen, is dat in de Technical Design de prijs niet meer bepaald wordt o.b.v. kostenkengetallen van vorige projecten maar o.b.v. offertes die specifiek voor het onderhavig project in de markt opgevraagd worden.
Deze stap omvat het integrale virtueel bouwen waarbij de top down ontwerplogica wordt omgezet in een bottom up uitvoeringslogica.
M.a.w. de begroting conform niveau 5 Componenten van de Object Code krijgt naast zich een Material Code en wordt “hersorteerd” naar werkgehelen (workresults in de ISO 12006-2:2015).
Een werkgeheel omvat een totaalprijs, een vermoedelijke startdatum en einddatum en wordt derhalve uitgedrukt in werkbare dagen.
Per uitvoerder worden de werkgehelen uitgezet in de tijd zodat er een financiële prognose ontstaat die het ijkpunt vormt voor budgetopvolging in de volgende stap.
Binnen de BouwData© werkmethodiek is dit het eindpunt van stap 4
5.0.0.0.000 UITVOERING
De STL onderscheidt hierin de werkvoorbereiding, bouwfase en oplevering (VO / DO)
In de NEN2699 valt dit uiteen in twee stappen:
- stadium 8 uitvoeringsgereed ontwerp met een uitvoerings-/werkbegroting op niveau 5 (die de norm zelf vrij laat)of niveau 6 (waarbij de norm suggereert om over te schakelen naar de STABU besteksystematiek)
- stadium 9 directievoering met een controle-/bewakingsbegroting op niveau 5 (die de norm zelf vrij laat)of niveau 6 (waarbij de norm suggereert om over te schakelen naar de STABU besteksystematiek)
Bij RIBA plan of work is dit Stage 5 Manufacturing & Construction en wordt als volgt geformuleerd: “Stage 5 is when the building is manufactured and constructed.”
Binnen de BouwData© werkmethodiek valt de werkvoorbereiding in Stage 4 Technical Design.
In Stage 5 Manufacturing & Construction beperken BouwData People zich tot budgetopvolging volgens de principes van Earned Value Management met een rigoureuze opvolging van de wijzigingen en verdeling van de bijhorende kosten over de diverse werkgehelen.
Zo lang een werkgeheel (WGH) niet is aangevat, mag de uitvoerder wijzigingen aanbrengen in de samenstelling, startdatum en aantal werkbare dagen van de werkgehelen = bijgestelde financiële prognose
Dagelijks wordt in het dagboek der werken genoteerd aan welke werkgehelen gewerkt wordt. Een maandelijkse vordering = ΣWGH (#wd x €/wd). Hierbij wordt een af te spreken percentage van het aantal werkbare dagen pas vrijgegeven als de Handover (cfr volgende stap) van het betrokken werkgeheel gerealiseerd is.
Wanneer er uiteindelijk toch meer dagen gewerkt worden dan voorzien in de bijgestelde financiële prognose, is het zaak om dit ook te registeren en mee in de grafiek op te nemen zodat men voeling blijft houden met wat er on site gebeurt.
6.0.0.0.000 EXPLOITATIE FASE
De STL beperkt zich tot de overdracht van instructies en onderhoud programma’s aan de bouwheer.
In de NEN2699 valt dit uiteen in twee stappen:
- stadium 10 nazorg – d.i. een stap zonder kostenbeheersing
- stadium 11 gebruik met een exploitatiekosten op niveau 5 (die de norm zelf vrij laat)of niveau 6 (waarbij de norm suggereert om over te schakelen naar de STABU besteksystematiek)
RIBA plan of work kent dus een Stage 6 Handover en wordt als volgt geformuleerd: “By Stage 6 the building will be in use and the emphasis of the project team will have switched to closing out any defects and completing the tasks required to conclude the Building Contract.”
Binnen de BouwData© werkmethodiek wordt deze Stage 6 Handover al begonnen tijdens de vorige stage 5. Immers, van zodra er een werkgeheel on site uitgevoerd is, worden, direct aansluitend, per werkgeheel, volgende zaken in orde te maken:
- Financiële afronding van de bijhorende wijzigingen
- Inspectie on site en oplossing van de Slecht Werk punten of doorschuiving ervan naar de opleveringslijst indien er nog interactie is met nevenaannemingen.
- Afronding as built dossier voor de werken behorend tot dit werkgeheel.
Pas daarna stapt RIBA plan of work en dus ook de BouwData© werkmethodiek over naar stage 7 In Use dat als volgt gedefinieerd wordt: “This is the period when the building is in use, lasting until the building reaches the end of its life.”
7.0.0.0.000 END OF LIFE
Dit is een stap zonder verdere invulling.
Circulariteit: Duffy & Brand versus Whitepaper “Eénduidig framework voor nacalculatie en 5D BIM”
BouwdataHet Agentschap Facilitair Bedrijf publiceerde dit voorjaar i.s.m. BouwData© en Bimplan de Whitepaper “Eénduidig framework voor nacalculatie en 5D BIM”. In het kader van circulariteit en bijhorend materialenpaspoort verwijst men doorgaans naar het boek “How...
Aandachtspunten bij het inschuiven van een klassiek lastenboek in de Whitepaper “Eénduidig framework voor nacalculatie en 5D BIM”
BouwdataBij het “inschuiven” van de technische bepalingen uit een klassiek lastenboek in de structuur van elementclusters zoals beschreven in de whitepaper “Eénduidig framework voor nacalculatie en 5D BIM” zijn er een paar aandachtspunten die we graag hierna...
Circulariteit in de praktijk – deel 1 – update
BouwdataDe toekomst is aan degene die digitaliseert, diversifieert en recycleert. Bij deze laatste schoot BouwData© nog te kort. Er werd dus terug de theorie ingedoken om een antwoord te vinden i.s.m. Laura Denoyelle. Met de ogen gericht op kostenbeheersing is...
Klaar om je bouwproject naar een hoger niveau te tillen?
BouwData ©
Fruithoflaan 122/91
B-2600 Berchem
+32 (0)498 91 98 96
© All Rights Reserved by PB calc & consult | Algemene voorwaarden