Het nut van tabel 1 van SfB?

SfB is zo wat de oudste classificatiemethode (ontstaan in 1947!) die we kennen. En bovendien behoorlijk in de wereld verspreid, al heeft elk land er zijn eigen versie van gemaakt. Echter, in Zweden, het land van herkomst, wordt deze classificatie nu resoluut naar de prullenmand verwezen. Waarom zouden wij er dan toch nog aan vast houden?

België is een land van dwarsdenkers die zich niet graag de les laten spellen. Al zeker niet de mensen die in de bouwwereld rond lopen. De meesten zien nog veel te weinig heil in samenwerken en denken door informatie achter te houden grotere winstresultaten te behalen. Quod non, dus. Anderzijds moet het wel gezegd dat onze chaotische geest het wel toelaat om on site, ad hoc de boel toch telkens weer behoorlijk recht te trekken.

Bij dit alles zag één persoon in de jaren '80 van vorige eeuw het licht nl. Jos Vandamme, de oprichter van C3A. Hij heeft onze tekenaars er met hart en ziel van proberen te overtuigen om de layers in hun CAD systemen te catalogeren volgens tabel 1 van de SfB. België maakte ook een eigen versie nl. de BB-SfB, in 1990 uitgegeven door de Regie der Gebouwen. Helaas is dit boekwerk niet meer verkrijgbaar. In 2008 verbeterde prof. Frank De Troyer tabel 1 door ook restauratiewerken er een plaats in te geven. En zo is tabel 1 van de BB-SfB relatief gekend én aanvaardt geraakt in onze contreien.

Nederland is een ander land: gedisciplineerder in het volgen van regels, minder creatief als het gaat om last minute changes op een werf uitgevoerd te krijgen. Vorig jaar is in opdracht van het BIM Loket het beheer van de NL/SfB bij STABU ondergebracht en zij zijn direct in actie geschoten. In tegenstelling tot België dat sedert 2007 (het jaar dat ik hen contacteerde met de vraag of ze aub de NEN 2634 wouden overnemen naar analogie met al de vorige normen in deze reeks) op Europa wacht*.

Eind december 2019 is er dan ook een nieuwe versie van de Nl-SfB gepubliceerd: https://www.stabu.org/producten/nl-sfb-classificatie/ 

Blijft de vraag: waarom zouden we Nederland volgen?

Persoonlijk zie ik twee redenen:

  1. het is zowat de enige classificatie methode die in België een beetje draagvlak kent (ter verduidelijking: de VMSW is géén classificatie maar een besteksystematiek zoals Nederland hiervoor de STABU kent)
  2. er zijn NEN normen die zeer nuttig zijn bij kostenbeheersing die gebruik maken van deze tabellen:
    • NEN2699 “Investerings- en exploitatiekosten van onroerende zaken – Begripsomschrijvingen en indeling”
    • NEN2767 voor conditiebepaling van objecten in de expoitatiefase

 

Daarom evalueer ik momenteel de BouwData werkmethodiek i.f.v. deze nieuwe Nl-SfB.

Keep you posted!

*Dit wachten is ook de reden waarom ik, als net beginnende zelfstandige calculator annex budgetbeheerder, in 2008, met steun van het IWT (nu VLAIO) een rekeningstelsel, BouwData genaamd ontwikkelde. Een rekeningstelsel dat ondertussen is uitgegroeid tot een volwaardige werkmethodiek dat bij de vervangingsnieuwbouw van AZ St Maarten de praktijktest met glans heeft doorstaan. Een introductie hiervan kan je gratis ontvangen via een eenvoudige mail naar pbo [at] bouwdata [dot] net 

 


Comments